Nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, concerten en sessies? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Aanmelden
Workshop Reinier Voet op uitneembaar binnenblad
Enkele Quintette’s geleden hebben we kunnen zien hoe Hans Schaap op voortreffelijke wijze Django Reinhardt heeft uitgebeeld in brons.
Onlangs ben ik in contact gekomen met een kunstschilderes, Rosalinda van Bokhorst,
die op onnavolgbare wijze Django Reinhardt heeft geportretteerd in olieverf.
Zij heeft op een uitzonderlijke manier de juiste melancholische toon weten te zetten en de kern te raken.
John Desmares
Een aantal jaar geleden kwam ik door mijn werkzaamheden in contact met een kunstenares. Zij vertelde mij over haar schilderschool en dat ik eens een kijkje moest komen nemen. Zogezegd zo gedaan ben ik aan het schilderen geslagen het boeide mij enorm. Ik scheen en verborgen talent te hebben. Ik vind vooral portretten van mensen leuk om te schilderen, ik schilder altijd vanaf een foto. Ik krijg dan ook veel opdrachten om dat te doen zo ook Django Reinhardt. Er werd mij verteld dat er van deze legendarische jazz gitarist nog nooit een olieverf schilderij geschilderd was. Dat was voor mij dan ook echt een uitdaging, maar ik wist vrijwel niets van deze man. Aangezien ik Django Reinhardt ging schilderen besloot ik eerst eens wat meer te weten te komen over hem. Doordat ik meer te weten kwam over Django werd het schilderen steeds leuker en interessanter, het resultaat mag er dan ook echt wezen. Het is altijd mogelijk om een schilderij bij mij te bestellen, wanneer u interesse heeft kunt u contact met mij opnemen. www.hetschildertje.weebly.com
Rosalinda van Bokhorst.
Geachte donateurs,
Voor u ligt alweer de derde Quintette van dit jaar.
Voor de derde keer op rij ook nog op tijd vóór onze reünie van 2 oktober a.s. Daarover later meer.
Het festival seizoen zit er weer op en in Europa ben ik zo’n beetje overal geweest.
Een van de voordelen van het op de nette manier zonder werk thuiszitten.
Over Augsburg in april heb ik u al bericht en over en Liberchies in mei heeft u kunnen lezen dankzij donateur Jean Zijta.
Samois, www.festivaldjangoreinhardt.com met als grote trekpleister George Benson viel voor het overige festivalgedeelte aardig tegen, reden voor een aantal mensen om op internet een petitie op te zetten, waarmee de festivalorganisatie om de oren geslagen wordt weer meer Django in hun Django Reinhardt festival te stoppen. U kunt daar de uwe aan toevoegen: http://www.petitionbuzz.com/petitions/djangosamois.
Petit Samois, aan de Nieuwe Meer bij Amsterdam was weer als vanouds, met een hartelijk welkom van m.n. Ineke en de rest van de artiesten, die daar hun domicilie hebben gevonden. Ze stonden gereed met koffie en zelfgebakken cake gevolgd door heerlijke hamburgers en eigen gemaakte soep. Ik heb diverse donateurs heerlijk horen en zien spelen. Zo zag ik Peter Damm met ouders en kinderen, Rino van Hooijdonk en zijn Vlaamse vrienden, Sylvain Erwteman, Fred Soutendijk, Jan Brouwer (zij het kort), Leo de Rijke met muzikale zoon Roy en familie, de gitaristen van Swinc. Stefan en Wouter etc. Ook een nieuwe donateur Dustin Verhelst, welkom hier, kwam aardig uit de verf. Kortom, het was een erg geslaagde dag.
Eind juli mocht ik het IGGF in het Engelse Gossington bezoeken en werd ik vergast op geweldige optredens, o.a. van onze eredonateur Robin Nolan en Samson Schmitt, beide op ritmegitaar terzijde gestaan door Martin Limberger. Helaas moest Martin wegens een sterfgeval in de familie (de zus van vader Jan Limberger) weer snel huiswaarts. Als altijd begon mijn Engelse avontuur met een overnachting bij June, de vrouw van mijn gitaarbouwer Ken Bushell. Ken ligt al sinds Samois 2006 in coma en ondanks, dat iedereen hoop had op een herstel blijft dat lang op zich wachten. Na afloop ben ik welkom bij Jean, de weduwe van vriend Keith Wheeler. Zij geeft me gelegenheid me na die paar dagen ontbering weer fatsoenlijk te kunnen douchen. Dan nemen we mijn ervaringen tijdens Samois door. Ditmaal had zij en Keith’s zus Marianne de vaste kern gesponsord om een uitgebreide BBQ en avondmaaltijd te nuttigen in Keith’s nagedachtenis; het was alweer een jaar geleden, dat we hem hadden uitgestrooid op het strandje voor de camping van Samoreau.
Eind augustus was ik uitgenodigd in Denemarken op de Gipsy Days op de camping van Vesterlyng. De meeste mij van Samois bekende Denen waren
aanwezig en verrasten Willemien en mij op een heerlijke fles bubbels als welkom.
Twee dagen muziek met als top attractie Basily, waarvan Popi en Gino met Antal de hoofdmoot uitmaakten,
uitgebreid met de zingende Italiaanse Deen Walter Clerici en met de lokale Mogens Beakgard op contrabas.
Heerlijk na afloop met iedereen kunnen jammen en weer een paar nummers aan mijn repertoire kunnen toevoegen.
Dan was er ineens een Djangofeest in Tilburg, georganiseerd door Richard Halmans en zijn vriend David Emerald.
Zondag 21 augustus was het prijs. Op naar Tilburg voor een bezoek aan Bosvreugd, waar het festijn gehouden werd.
In 2001 ben ik daar geweest voor het Internationale Django Festival, toen met Mary Honcoop.
Daaraan had ik treurige, maar ook goede herinneringen: Koen de Cauter, Stochelo Rosenberg,
Patrick Saussois en een jeugdige Sinto met krullend haar, die op een prachtige manier For Sephora vertolkte.
Nu bleek dat die David Emerald te zijn geweest. Zijn inbreng in het huidige festival was duidelijk.
Zijn familie trad op. Paulus, Eddy, Reppie. Het spits werd afgebeten door het Trio van Roy de Rijke.
Geweldig. En het weer werkte mee door van waarschuwing oranje ineens geen waarschuwing meer te laten zien.
Met John Desmares mocht ik de stand voor de club bemannen.
We kregen een tafel in de tent bij de gitaren van Jan Limberger en Dirk Wagner.
Georg Lankester was zo vriendelijk de dag officieel te openen vanaf het podium.
Later sloot Georg zich bij ons aan en mochten we wat merchandise voor hem verhandelen.
Tegen achten was het gedaan op het podium en konden we een uurtje jammen met alle muzikanten.
Bij tienen gingen de diehards een kopje soep eten bij ome Cor. Ome Cor, 89, woont in een oude Sinti woonwagen.
Geweldig die man zo bezig te zien. Lekker rustig en bedaard. Laat die maar gaan.
Verder in deze Quintette een verslag van Georg Lankester over deze muzikale dag,
Op 4 september werd in het jongerencentrum Todo een gipsy dag georganiseerd, waarover ik u een nieuwsbrief heb gestuurd.
Hoofdattracties Fapy en Koen, maar ook Tabor, Paulus Schäfer en Roma Mirando.
De dag werd begonnen door Lala Weiss, die prachtig vertelde van het wel en wee van Roma en Sinti over de jaren heen.
De nieuwsbrief had wat onaangename verrassingen voor me in petto.
Zo waren er zeker 20 geadresseerden niet meer op hun e-mail adres bereikbaar.
Bij deze dus het verzoek ons uw juiste e-mailadres door te mailen op informatie@st-hotclubdefrance.nl.
PS. Mail onze secretaris en redacteur John Desmares eens hoe u ons blad vindt: john@st-hotclubdefrance.com. Hij besteedt er veel aandacht aan, en is benieuwd naar uw op of aanmerkingen.
Rest mij u veel leesplezier toe te wensen in deze Quintette
Menno v.d. Reijden
Het bestuur van Stichting Hot Club de France Ned nodigt u uit voor onze najaarsreünie op zondag 2 oktober 2011
Zaal open om 12.00 uur.
Blok 1: 13.00 u. – 14.00 u. wordt verzorgd door de groep:
“The Swinging Strings”.
Centraal punt in het repertoire vormt de gipsy jazz, maar uitstapjes naar andere jazz standards,
Latin en zelfs Funk worden zeker niet uit de weg gegaan.
Mark Lubbers, Ronald Kamphuis, Isa Azier, solo- slaggitaar. Ruurd-Jan de Meulder op bas.
Blok 2: 14.30 u. – 15.30 u.
“The Strong and Silent Types”.
Voorheen: Hot Swing Unlimited. Allen zijn topmuzikanten met een hoog Gipsy jazz gehalte.
Optredens zowel nationaal als internationaal. Kortom, een begrip in de “Hot Club” wereld.
John Ligthart solo gitaar, Martien Peerdeman slag gitaar, Marcel Snijders bas, Boris Nauta accordeon
Blok 3: 16.00 u. – 17.00 u.
“The prisor jazzband”.
Met Feigely Prisor solo gitaar. Het gitaarspelen zit deze man in het bloed. Kracht en melancholie in zijn spel.
Hij heeft opgetreden met diverse grootheden uit de Gipsy Jazz scene.
Hij wordt begeleid door Sendelo Schäfer slaggitaar en Tchawo Adell op de bas.
Daarbij als klap op de vuurpijl de supergetalenteerde André Donni op klarinet.
Vanaf 17.00 u. is er gelegenheid om te jammen. Breng uw instrumenten mee.
Gitaren en cd-stand zullen zoals gewoonlijk aanwezig zijn en er is uitgebreid aandacht besteed aan de inwendige mens.
Entree: Donateurs € 6,50 Belangstellenden € 10,00
Waar:
Cultureel Centrum Podium Azijnfabriek,
Bethaniestraat 2 a.
’s-Hertogenbosch. tel: 073-6142161
Routebeschrijving:
Volg de A2 ring ’s-Hertogenbosch. Neem afrit 22 St. Michielsgestel/Schijndel.
(Bij het provinciehuis) Ga aan het einde van de afrit rechtsaf.
Vervolgens bij het Shell benzinestation linksaf richting centrum. Na ca. 2 km. Kom je bij de stadswal (stoplichten): de Hekellaan.
Hier sla je rechtsaf en dan de tweede straat links (Bethaniestraat)
Achter in de straat zie je aan de rechterzijde de oude St. Jacobskerk, hier is aan de achterkant podium Azijnfabriek gehuisvest.
Parkeren kunt u in de Hekellaan en in de diverse parkeergarages in de buurt. Aan de rand van de stad zijn een 3-tal Transferia.
De bus brengt u naar het centrum en vandaar is de Bethaniestraat 5 minuten lopen.
Voor de treinreizigers is het 12 minuten lopen naar de Azijnfabriek.
www.podiumazijnfabriek.nl
www.’s-Hertogenbosch.nl
Advertentie glankester@hetnet.nl
Sinds ik ruim een jaar geleden in het bezit kwam van de Cd “Passion Gitane” van deze
Franse accordeonist die nog altijd actief is, heb ik getracht achter zijn adres te komen.
Daniel is een multi-instrumentalist die zowel jazz, salsa, tango, eigentijdse muziek als Musette speelt.
Rond de afgelopen jaarwisseling lukte het contact met hem te krijgen, want ik wilde meer over zijn carrière te weten komen.
Via Dominique Cravic, bekend gitarist en collega die vaak met hem optreedt, kwam spoedig een uitwisseling tot stand.
Dit resulteerde in een leuke briefwisseling waarbij ik gesigneerde foto’s kreeg en z”n biografie plus enkele Cd’s die je in ons land niet vaak ziet.
Hier een overzicht van zijn carrière met zijn muzikale successen:
Geboren in 1941 te Pontarlier, dichtbij de Zwitserse grens, groeit hij op
in een zeer muzikaal gezin, waardoor hij al op zijn vijfde jaar in een klassiek groepje accordeon speelt. Hij studeert vervolgens piano aan het conservatorium in Besançon. In 1951, dus als hij nog maar 10 jaar oud is, wint hij de 1e prijs in een piano-concours met de 5e Hongaarse dans van Brahms en is hij al diverse keren op de radio te beluisteren. Daarna legt hij zich steeds meer toe op de accordeon. Daniel bespeelde echter ook nog de bandoneon en begeleidde diverse zangeressen. Voor Django liefhebbers kan ik nog vermelen dat hij ook met gitarist Marcel Bianchi optrad, de man die in 1937 enige tijd bij het „Hot Club kwintet” zat.
In 1959 is hij één van de finalisten in de Coupe d’accordéon O.R.T.F. en wint de 2e prijs.
Maar jaren daarvóór speelt de jonge muzikant op Musettebals.
Hij is in die tijd bovendien te horen bij “France-Culture”, in een radio-uitzending
getiteld “L’accordéon dans l’art musical” (de accordeon in de muziek) en geeft – opmerkelijk – zelfs een jazz-concert.
Vervolgens is hij op tv te zien in verschillende uitzendingen in een programma
dat aan de accordeon en de bandoneon is gewijd “La vie de Carlos Gardel”.
De Fransen besteden veel meer aandacht aan deze instrumenten dan wij in Nederland!
Daniel wordt door al deze activiteiten uitgeroepen tot: „ambassadeur van de Franse muziek” en in de loop van de tijd wordt hij in de volgende landen uitgenodigd voor concerten/optredens: USA, Canada, het Midden-Oosten, Rusland, Duitsland, Groot-Brittannië, Zwitserland, België, Japan en Australië. In Frankrijk zelf neemt hij deel aan Festivals te Parijs en in de Provence te Avignon in het kader van theater avondprogramma’s. In het buitenland is hij vaak deelnemer bij internationale accordeon- en jazzontmoetingen.
Op Musette-gebied, want daarin heeft Daniel zich zeer bekwaamd, maakt hij deel uit van de door Cravic opgerichte wereld-musette formatie “Les Primitifs du Futur” en zit hij enige tijd bij de groep “Jav”. Ik geef verderop meer informatie over de eerder genoemde Musette-Cd. Wat het werken met andere artiesten betreft heeft hij een aantal hedendaagse franse zangers begeleid, maar ook artiesten in Korea en Japan, zoals de beroemde Izumi Yukimura, die in het Cocoon-theater te Tokyo franse chansons brengt. Daniel is meerdere keren op de Japanse tv te zien geweest.
Er zijn nogal wat Cd’s van Colin in omloop, waarop ook verschillende eigen composities staan. Hij ontving “Le disque d’ Or” (de gouden plaat) bij TOP ACCORDEON van Pathé-Marconi. En hij werd, met collega-accordeonisten gevraagd voor de 3-delige „Paris-Musette” Cd-serie, uitgebracht door de Franse firma Frémeaux die wij kennen van “Intégrale Django Reinhardt”. Zo is hij te horen op no. 1 en 3 in resp. opnamen van juni ’90 en begin ’94. ”Paris-Musette” is een waardevol document over de groten uit de Musette wereld, gesteund door het Franse Ministerie van Cultuur, de SACEM, Radio France en de Stichting voor Creatieve Muziek.
In 1991 (na de 1e uitgave) won dit project een „Grand Prix” van de Académie Charles Cros.
NB: vlak na deze verschijning zijn helaas diverse grootheden overleden, zoals Didier Roussin,
erkend Musette-kenner, Jo Privat, groot accordeonist en Didi Duprat, gitarist bij verschillende Musette-formaties, met name die van Tony Muréna.
Tenslotte kreeg Daniel zowel in 2005 als 2008 de „Gus Viseur” prijs, als hommage en erkenning van zijn virtuositeit en muzikaliteit.
Ik wil daaraan toevoegen, dat ik naast de eerder genoemde „Passion Gitane” (zie onder)
van Daniel net een tweetal andere Cd’s kreeg toegezonden die zijn veelzijdigheid illustreren, namelijk „JAZZ EXPERIENCE” uit 1991,
bestelnr: ILD 642117 met bijzondere improvisaties en apart repertoire, alsmede “Quel temps fait-il á Paris?”
(Wat voor weer is het in Parijs?) uit 1994, bestelnr: ILD 642150. Een Cd vol sfeervolle melodieën en met enkele solostukken.
“PASSION GITANE”: deze Cd met passende titel is opgenomen
in een sublieme bezetting namelijk Daniel accordeon,
Koen de Cauter en Patrick Saussois gitaar, Dominique Vernhes klarinet, en Jean-Claude Bénéteau bas.
De opnamen dateren van 2002. In deze bezetting brengt de formatie composities van Django Reinhardt,
maar ook mooie Musette walsen, fris en in een ideaal ritme uitgevoerd. De Cd was vorig jaar uitverkocht, maar hopelijk komt er nog een heruitgave.
Voor mij persoonlijk geldt “Passion Gitane” als één van de beste producties van de laatste jaren.
Daniel Colin, de man die behalve accordeon, piano, orgel en bandoneon speelt is een groot musicus
en (zoals ik uit andere bronnen verneem) bovendien een aimabel mens.
Tip: luister eens naar zijn werk, u zult ervan genieten.
Foto’s uit verzameling van Georg Lankester.
Georg Lankester
en de Musette, Django’s roots
Zoals ik in mijn boek over de (Swing) Musette heb beschreven is het accordeon
vanaf ongeveer 1900 in Parijs ten tonele verschenen als vervanger van de cabrette.
Laatstgenoemd instrument was een blaasinstrument, een aangepaste doedelzak uit de Auvergne.
Men danste op de muziek van dit instrument (“Musette”) in zaaltjes die „Bals-Musette” werden genoemd.
Het waren overigens voornamelijk Italianen die het accordeon in Parijs introduceerden en populair maakten.
Al heel lang geleden had men ontdekt, dat een tongetje (riet) dat aan één kant
vastzat in een venstertje door luchttrillingen tonen kon produceren.
Het schijnt dat het eerste primitieve mondorgel zelfs al enkele eeuwen vóór Christus in China is ontstaan;
het systeem van een „doorslaand riet” drong via Azië pas eind 18e eeuw in Europa door.
Nieuwe vindingen, gebaseerd op dit systeem, kwamen in rap tempo op.
Zo was er tegen 1800 in Berlijn al een klavierinstrument met een blaasbalg
en ook in Denemarken en Oostenrijk werden daarna dit soort vindingen gedaan.
En er werd bijvoorbeeld in Engeland, in de tweede helft van de 19e eeuw,
een handzaam blaasinstrument met tongen (mondharmonica) in serieproductie vervaardigd.
Het rieten tong werd nu ook geleidelijk vervangen door een metalen exemplaar.
Maar belangrijk was de opkomst van accordeons die met de hand konden worden bespeeld.
Zo was er in Duitsland een bandoneon ontwikkeld; een accordeon met een speciale, warme toon.
Maar ook in Oostenrijk en vooral in Italië was een dergelijke ontwikkeling merkbaar,
waarbij naast meer accordeonfabricage geleidelijk ook heel goede accordeonspelers opkwamen.
Diverse van deze artiesten trokken naar Parijs en verdrongen er de cabrette op de „Bals-Musette”,
vanwege het „complete geluid” dat kon worden voortgebracht.
Er kwamen tal van werkplaatsen in de Franse hoofdstad voor zowel fabricage als reparaties.
Er is dan echt sprake van serieproductie, aangezien het instrument steeds populairder werd.
Het instrument voor handbespeling was ontwikkeld als een balg met links en rechts toetsenborden. Rechts voor de melodie, links voor de (bas)akkoorden. Men onderscheidt het pianoklavier en het knopaccordeon. Het eerstgenoemde type heeft toetsen aan de rechterkant ,dus een overeenkomst met de piano.
Het knopaccordeon is dus zowel links als rechts voorzien van knoppen. Het instrument kent verder ook registers (groepen van één of meer tongen). Door middel van knoppen boven de toetsen (of boven de basknoppen) kan men al spelend van register wisselen en derhalve toonuitbreiding verkrijgen. Bijgaande afbeelding geeft een overzicht van de mogelijkheden van het moderne accordeon. Er zijn vele toepassingen al naar gelang het genre dat men wil beoefenen. En tenslotte iets over de kast: deze is meestal van hout gemaakt en bedekt met (veelkleurig) celluloid.
De muziek van de „Bals-Musette” (echte volksmuziek) bestond uit dansen
Toen de jazz in Parijs in de jaren ’30 z’n intrede deed, veranderde de „Musette” geleidelijk door een swing- ritme. Het waren voornamelijk de Manouches (Frans sprekende zigeuners) die de banjo hadden vervangen door de gitaar, zoals Django die bespeelde. Het werd steeds meer „jazzy” en kreeg de naam „Swing-Musette” Er kwamen echte swing accordeonisten, waaronder virtuozen als Gus Viseur, Tony Muréna en Jo Privat. De „Hot Club de France” organisatie stimuleerde de swing en zorgde voor vele plaatopnamen die we gelukkig nog altijd kunnen beluisteren! Hoewel de Swing-Musette” midden jaren ”50 vrijwel verdween, zijn er hier en daar nog formaties in deze heerlijke stijl. In deze editie kunt u iets over Daniel Colin lezen die nog altijd actief is. Ik ben zelf ook bezig met een (Swing) Musette groep waarover ik later meer hoop te berichten. Ik wil eindigen met nog eens te benadrukken dat de accordeon ook een volwaardig jazz instrument is, dat in een swing ensemble voor een zeer speciale sfeer zorgt. Vooral met een soepele gitaar/basbegeleiding kunnen de Swing-Musette tijden herleven!
Met dank aan Lammy Bruyns voor haar adviezen
Georg Lankester
Er heerste de 21e augustus een heel gezellige sfeer op het „Bosvreugd” terrein in Tilburg.
Voor mij was het de eerste keer dit mee te maken….en beslist niet de laatste!
Elders in dit blad zult u ongetwijfeld meer lezen over de opzet en organisatie;
ik geef graag mijn indrukken van het muzikale gedeelte dat die dag plaatsvond.
Wat hebben we in ons kleine land toch een enorm arsenaal aan muzikanten in het Django-wereldje.
Natuurlijk veel gitaristen, maar vlak ook de violisten, bassisten en blazers niet uit.
Ik hoorde die zondag vrij veel jonge musici, een bevestiging dat de
„Hot Club muziek (ook „gipsy swing” genoemd) volop leeft.
Zo bracht het trio van de jonge gitarist Roy de Rijke flinke relaxte swing,
maar dat niet alleen, ze speelden ook „latin rhythm”, walsjes, enkele echte
Django nummers en een prachtig solo-stuk (compositie van Stochelo Rosenberg), fraai vertolkt.
Ook waren de basgitaar soli knap uitgevoerd.
Vervolgens bracht de „Reppie Corvers Group” zeer veel swing. Grote virtuositeit in de talrijke up tempo nummers. et was erg goed, maar naar mijn smaak iets teveel aan noten (loopjes). De versterking was te volumineus, maar enigszins begrijpelijk gezien de grootte van het terrein en het talrijke publiek, namelijk zo’n 250 toeschouwers. Ze brachten de stemming er goed in.
Daarna was het „Swingtette” van David Emerald aan bod met als gast
de zeer bekende gitarist Paulus Schäfer en Henk Koekoek op saxofoon.
David speelde electrisch gitaar, maar deed dit met groot
Django-gevoel en hij bracht soms bijzonder lyrische passages,
afgewisseld door de uitstekende „jazzy” blazer en door Paulus die met zijn virtuose spel volop boeide.
Voor mij brengt laatstgenoemde weliswaar iets teveel aan razendsnelle loopjes,
maar is Django’s invloed absoluut merkbaar in zijn spel.
Ik vond deze formatie van een bijzondere klasse met uitstraling naar het publiek.
Gezien de afstand en andere verplichtingen moest ik toen het festival verlaten.
Ik hoorde slechts de beginnoten van het bekende Grünholz trio.
Ik vertrok met een goed gevoel naar Deventer.
Dit festival, knap georganiseerd en flink bekendgemaakt door David Emerald en Richard Halmans,
gaat vast een plaats innemen in ons „Hot Club” land.
Ik hoop er volgend jaar weer bij te zijn en….misschien met een verrassing.
Georg Lankester
Afgelopen zondag, kwam ik bij toeval, op het spoor van de Tabor agenda,
die in Zutphen op een stads/centrumfeest optraden in de openlucht en gelukkig hielden we het droog.
Tabor, beste lezers, is een Gipsy band, die ik al vele jaren ken en gevolgd heb.
Een band die nog op zeer traditionele wijze hun oude liedjes ten gehore brengen,
aangevuld met de leuke zangeres/danseres Piroschka die toch nog altijd wat extra toeschouwers trekt.
En terecht, want het is erg mooi om te zien hoe zij de vaklieden Tchawo en zijn broer Moro Adell op gitaar,
aangevuld met Janusche Hallema op bas en Roger op accordeon een extra feestelijk dementie geeft.
Wie de vorige Cd heeft beluisterd zou ook eens de Cd Gipsy Party moeten horen,
want deze is geheel anders van opzet dan de reeds beschreven Cd o”dschjpen, waarop ook veel Django stijl nummers staan.
Deze Cd is meer in de traditie van de Roma-muziek met eigen teksten.
Eind dit jaar komt er een heel speciale uitvoering door Roger Rhatgeb gecomponeerde nummers,
gespeeld door een compleet Philharmonisch orkest in de Grote kerk te Amsterdam.
Knap hoor, als je bedenkt dat Roger zich het notenschrift geheel zelf heeft moeten eigen maken.
Vrij ongewoon dat Sinti’s, die van thuis uit als natuur/gevoels talenten zijn opgevoed, dit beheersen.
De exacte datum is nog niet bekend, maar kijk even op:
www.tabor-gypsymusic.webs.com
Kroesa en Riketoet de Lambert.
Accordeonist van “The Strong and Silent Types”.
1. Vertel wat eens over jezelf.
Ik ben in 1974 geboren en opgegroeid in de Ooijpolder.
Op mijn 8e ben ik begonnen met accordeon spelen.
In de pubertijd vond ik accordeon ineens stom en ging ik over op klassiek piano.
2. Waarom ben je accordeon gaan spelen?
Mijn vader draaide vroeger thuis altijd tango’s van bandoneonist Astor Piazzolla
en klezmer en zigeunermuziek met accordeon.
Ik vond als kind de melancholische klank van het instrument prachtig
en dat is de voornaamste reden dat ik accordeon ben gaan spelen.
3. Wie zijn je voorbeelden?
Richard Galliano is waanzinnig.
Op het gebied van gipsy swing luister ik graag naar Ludovic Beier en Jean-Claude Laudat.
En natuurlijk Jo Privat, ik draai de plaat Manouche Partie bijna iedere dag.
4. Met wie zou je wel eens willen jammen ?
Met Patrick Saussois en zijn groep Alma Sinti.
5. Vertel eens iets over je instrument
Ik speel bij de meeste optredens op een Bugari 289 ARS C4 met pianoklavier.
Ik hou niet van een kermisachtig, sterk zwevend accordeongeluid,
maar meer van een strak, jazzy geluid zoals dat van Vladimir Danilin en Art van Damme.
Mijn accordeon is daarom strak gestemd zonder musettezweving maar omdat hij cassotto (klankkamer) heeft,
klinkt hij toch warm en jazzy.
6. Welke stijlen heb je zoal gespeeld ?
Als toetsenist speelde ik in funk/soul/jazz bands
maar ook in smartlappenbands met exotische namen als “Berry-Bop-a-Loela en de Vetsmelters”.
Leuke herinneringen heb ik aan de balkan-straat-punk band Viva Zapata,
waarmee we het hele land afreisden en we ieder jaar op het straatfestival in Avignon speelden.
De afgelopen 3 jaar speelde ik als accordeonist in de jazz/folkband van songwriter Gerrit de Boer op De Parade,
in de muziektheatervoorstelling van zangeres/actrice Heleen Suiker, en in de gipsy swing groep Swing Bien Sur.
Anderhalf jaar geleden zijn we begonnen met de The Strong and Silent Types.
7. Vertel eens wat meer over The Strong and Silent Types ?
De groep bestaat uit John Ligthart op sologitaar, Martien Peerdeman op ritmegitaar,
Marcel Snijders op contrabas en mijzelf op accordeon. Martien en ik spelen al jaren samen.
We kennen John van de camping in Samoreau en van de sessie in café Het Molentje in Amsterdam.
We spelen een mix van gipsy swing , musette, rumba en bossa.
Maar misschien wel het belangrijkste:
we hebben altijd erg veel plezier samen en dat hoor je terug in de muziek.
Voor wie ons wil zien of horen: onze optredens staan vermeld op onze website,
en daar kun je ook onze eerste Cd „Soulful Gipsy Swing” beluisteren.
8. Wat was je slechtste en leukste optreden ?
Ik heb een keer twee uur opgetreden met een dubbele oorontsteking in een erg luidruchtig café in Nijmegen.
Ik had nauwelijks geslapen en hoorde eigenlijk alleen mijn eigen adem,
dus dat zal zeker het slechtste optreden ooit zijn geweest.
Het leukste optreden was op een feest van een dame die vierde dat ze,
na een slopende rechtszaak, na zes jaar eindelijk van haar man was gescheiden.
Het feest was de dag voor de verhuizing, in een chique huis in „t Gooi.
Het was nog een leuk feest ook.
9. Hoe zie jij je muzikale toekomst ?
Sinds het begin van dit jaar ben ik met alle andere groepen gestopt
en richt ik mijn aandacht volledig op de The Strong and Silent Types. Ik werk daarnaast
3 dagen per week als freelancer, dus ik heb de tijd om weer lekker te studeren. Ik realiseer me wel dat ik niet op m”n 36e nog een accordeonist op wereldniveau ga worden. Hoewel ik nog steeds beter ga spelen, zie ik mijn uitdaging ook in het maken van mooie arrangementen voor accordeon en gitaar. Je kunt je als gipsy swing groep echt positief onderscheiden als je goed nadenkt over de keuze van je repertoire en veel aandacht besteedt aan het samenspel.
10. Wat zou je nog graag een keer willen doen?
Ik wil nog graag een keer een tour doen of reis maken door het Oostblok om daar overal te spelen.
Eind oktober spelen we met The Strong and Silent Types een lang weekend in Zagreb en Maribor,
dus een beginnetje is er, hopelijk kunnen we dat verder uitbouwen.
John Desmares
john.desmares@onsmail.nl
John Desmares
The Swinging Strings is een akoestisch jazzkwartet uit Groningen. Centraal punt in het repertoire vormt de Gipsyjazz, maar uitstapjes naar andere jazzstandards, latin en zelfs funk worden zeker niet uit de weg gegaan.
Het prille begin van The Swinging Strings was niet zozeer toen Mark Lubbers Django Reinhardt en zijn navolgelingen ontdekte, maar toen hij zich na enkele jaren gitaarles bedacht dat het wel heel hip zou zijn om eens wat in die stijl te gaan spelen.
gingen een studie tegemoet aan het Noord-Nederlands Conservatorium in Groningen
(thans Prins Claus Conservatorium), en Danny en Ruurd-Jan gingen naar de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden.
Na enige tijd besloot Danny andere wegen in te gaan en hadden ze een gitarist minder.
Aangezien ze de extra gitaar echt misten, zeker daar Mark en Ronald elkaar afwisselden met soleren,
zochten ze een nieuwe rekruut, en die vonden ze. Met Isa Azier hadden ze er een gloednieuwe slaggitarist bij.
Het spelen werd voortgezet, wat in het voorjaar van 2007 zelfs resulteerde in een Cd, opgenomen in de Red Light studio te Groningen.
De Cd “Gronology” is in eigen beheer uitgebracht. De titel is een samensmelting van Django’s klassieker “Djangology”,
en de stad waar de band haar wortels heeft. Een geslaagde Cd presentatie en de nodige persaandacht volgden.
Dit jaar werd bekroond met het spelen in het voorprogramma van Jan Kuipers” “Planet Dance” voorstelling.
Er werd getourd langs de theaters in Noord Nederland en The Swinging Strings kon als voorprogramma hier een bijdrage aan leveren.
Momenteel blijft The Swinging Strings spelen op recepties, feesten en festivals.
De individuele bandleden hebben het druk met andere projecten,
maar zodra er gespeeld kan worden met The Swinging Strings is dat altijd een feestje.
Mogelijk volgt er, wanneer er voldoende materiaal gearrangeerd en/of geschreven is, nog eens een vervolg Cd.
Over de bandleden:
Mark Lubbers,
Grondlegger van The Swinging Strings en Djangofiel tot op het bot.
Betovert iedere luisteraar met zijn lyrische lijnen en vloeiende vibrato.
Overige bands en projecten: Swingville (Hot Club), Trio Nuages (Hot Club),
duo met zangeres Joke Adema (a la Joe Pass en Ella Fitzgerald),
divers tokkelwerk (modern klassiek, Zuid-Amerikaans, overig, puur voor z”n eigen gerief)
en gitaardocent aan het Noorder Muziek Instituut (NMI),
Eerst 5 jaar klassiek les gehad bij Jaap Alkema, vervolgens 5 jaar licht bij Hans Hooijer,
beide bij Muziekschool Westerkwartier. Vervolgens conservatorium bij o.a. Anton Goudsmit en Winfred Buma.
Ronald Kamphuis,
Veelzijdig en virtuoos is hij de ideale aanvulling naast Mark.
Funky en vol power, swingend en met soul wordt oud repertoire nieuw leven ingeblazen.
Naast The Swinging Strings speelt Ronald ook in de bands Manouche a Trois (jazz, gipsyjazz en popcovers),
Flux (wonderlijke Nederlandstalige popmuziek) en op invalbasis bij een zeer divers aantal andere bands.
Ook de elektrische gita(a)r(en) neemt hij graag regelmatig ter hand.
Hij is werkzaam als gitaardocent bij cultuurcentrum De Meldij in Drachten en heeft hij een eigen lespraktijk in Groningen.
Ook Ronald heeft les gehad van Hans Hooijer, waarna de gitaarstudie werd voortgezet op het Prins Claus Conservatorium bij onder andere Winfred Buma en Anton Goudsmit.
Isa Azier,
Binnen The Swinging Strings is hij voornamelijk te aanschouwen als groovy slaggitarist,
maar ook als solist staat Isa zijn mannetje.
Naast de Strings speelt hij bij Qeaux Qeaux Jones
en leidt hij eens per maand een blues/funk jamsessie in Het Oude Pothuys in Utrecht.
Overige activiteiten: blues- soul- en funkgitarist en gitaardocent in Harderwijk en Wolvega.
Ruurd-Jan de Meulder,
Steady & stuwend voorziet hij de band van rotsvaste bodem. It’s a dirty job, but someone’s gotta do it!
Overige activiteiten: Flux (Nederlandstalige popmuziek, samen met Ronald), Florian Wolff (singer-songwriter), Tweed & Sneakers (Boogaloo nog an toe), Pilatus Pas (Akoestisch, Roots-muziek, Soul), !RDWSK¡ (Electronica, Latin, Nu-Jazz).
Mark en Ronald maken – met veel plezier – gebruik van gitaren van Leo Eimers,
resp. model Maccaferri en Selmer, beide met Bigtone element, en Isa van een Gitane Selmer model,
hoewel hij er ook wel een handje van heeft ineens met een antieke Gibson aan te komen zetten.
Voor de versterking gebruikt Mark een AER Compact 60 versterker.
Grote voordeel van deze versterker is de natuurgetrouwe klank en het geringe gewicht.
Ronald heeft gekozen voor een Trace Acoustic 100R.
Deze versterkers hebben een goede mogelijkheid om het gitaargeluid naar wens te sturen.
Vooral het warme geluid spreekt hem erg aan.
Isa speelt akoestisch op een Roland AC60.
Wanneer hij de Gibson meeneemt speelt hij op een oude Epiphone Valve junior.
Deze laatste is – zoals de naam doet vermoeden – een buizenversterker
en geeft het geluid van de vintage Gibson erg mooi weer.
Het geluid sluit naadloos aan op Isa’s grote passie voor de blues.
Ruurd-Jan de Meulder speelt op een contrabas van de Groningse gitaarbouwer Rikkers.
De plectra die deze band gebruikt zijn uiteraard van Michel Wegen.
www.swingingstrings.nl
Mark Lubbers / John Desmares
Onlangs, tijdens mijn verblijf in Italië werd mijn aandacht getrokken door een tv- ijsreclame.
Zoals bekend staan in dit land de tv’s zo ongeveer de hele dag aan
en wordt je overspoeld door reclame-spotjes tussen nieuws en films.
En wat bleek? Voor de muziek bij reclame voor een bekend ijsmerk had men gekozen
voor een oude opname van het Hot Club kwintet uit 1936 met Django Reinhardt en zanger Freddy Taylor.
En zo hoorde ik vele malen per dag de vrolijke klanken van “I’se muggin””.
Dat reclame-bureau moet hebben gedacht: „bij ijs hoort iets hots” en…
wat kan je beter tenslotte beter hebben dan het „Hot Club kwintet”?.
Georg Lankester
Menno vroeg me, gehaaid als hij is , of ik een verslagje van Petit Samois wilde schrijven.
zo’n verzoek is natuurlijk onweerstaanbaar dus nee zeggen was geen optie.
Welaan, om er meteen wat Vlaams in te gooien, dit jaar was het een prachtevenement.
Moesten we vorig jaar nog schuilen onder plastic zeiltjes, gespannen tussen een paar caravans,
dit jaar was de happening terug op het oude honk: een open plek in het bos.
En dat onder de rook van de Amsterdamse ringweg.
Het weer was goed, de opkomst meer dan goed en de catering was uitstekend.
Naast vloeibare waren er ook vaste consumpties verkrijgbaar
zoals een geheel naar eigen inzicht te vullen bord met vers brood,
vele sauzen en salades, te bekronen met enige producten live van de barbecue.
En dan vergeet ik nog de prima soep van ter plaatse geplukte brandnetels.
Kortom, pluim voor alle gastvrouwen (en hun zonen).
Het was lekker druk en wellicht had de laatste week Samois daarmee van doen want die was zeer inspirerend geweest.
Op camping Samoreau konden we een week lang genieten van het spel van
Fapy, Lollo, Stochelo, Angelo Debarre, Dorado Schmitt, Feigeli Prisor, Eddy Grünholz, Igor
en al die andere voortreffelijke musici.
En daar hoorden uiteraard ook de eindeloze jams aan de Seine-oever bij.
Afijn, in het bos was het een zeer gezellige bedoening,
rond etenstijd werd in een grote kring gemusiceerd waarbij Roy de Rijke het voortouw nam.
Binnen het uur passeerden vijf contrabassisten en zeker twintig gitaristen
en naast de chromatische mondharmonica van Fred Soutendijk en zang van onder meer Belinda dit keer ook een melodica.
Eén altsax heb ik door ons late arriveren slechts ingepakt zien worden, iets later verscheen er nog een dwarsfluit.
En de violen dan? Ik kan me vergissen maar dit jaar niet gehoord.
Mijn Vlaamse vriend Bruno had hem wel mee maar meende dat de temperatuur net te kort schoot voor een gloedvolle toon.
Dat kon ik wel beamen want zo tussen de bomen in de schaduw is het op zijn Hollands
toch snel wat frisjes en dan hangen de snaren er voor je ”t weet als waslijntjes bij.
Bruno, helemaal uit West Vlaanderen gekomen met zijn zoon Sam (veelbelovende pompeur) en dan nog niet eens rechtstreeks.
Nee, even via Zuid Limburg omgereden om zijn vriend Rino van Hooydonk op te pikken.
En dat alles voor de gipsy jazz, liefde kan ver gaan! In dit geval 300 km heen en weer 300 terug, yes!!
En gespeeld wèrd er. Een grote kring levert altijd temposlagen op.
Aan de overkant is de beat meestal een tel verder dan aan deze oever, dus vonden er afscheidingen plaats.
Enige bomen verderop verzamelde Rino van Hooydonk een clubje om zich heen
met Bram van Es en Ed Beerepoot waardoor de pompe naar hoog niveau werd gepompt.
Rino wist zijn luisteraars te betoveren met een fluisterende flageolettensolo in Stardust.
Bleef de vraag waarom er zo’n enorm podium in dat bos stond: een oplegger, mooi versierd met kleden en verlichting. Om het antwoord op deze prangende vraag te achterhalen beklom een doortastend groepje met duidelijk grotere ambities dit schavot om in het volle licht van de ondergaande zon het spel voort te zetten. Onder deze moedigen ontwaarden wij ook de voorzitter van onze Hotclub vereniging. Van namendropping onthoud ik me verder, als ik al die muzikanten toch eens bij naam zou kennen… Er werd de nodige podiumervaring opgedaan voor een publiek dat zich verspreid had over een groot gebied en zich bezig hield met vele andere zaken.
Ik heb er in ieder geval weer een nieuwe tune door leren kennen: Corcovado, vaardig uitgevoerd en van een mooie solo voorzien door de dwarsfluitiste. Het duiveltje van de huiselijke verplichtingen fluisterde me inmiddels in dat ik huiswaarts diende te gaan. Ik prijs me gelukkig dat ik alleen in het begin twee glazen wijn heb gedronken en daarna elk aanbod heb afgeslagen aangezien we op de terugweg in Heiloo op een alcoholcontrole werden vergast. Niet drinken is natuurlijk nog beter
Jeroen Walstra
Een titel die je op vier manieren kunt interpreteren, maar die toch in eerste instantie betrekking heeft op de unieke manier waarop deze internationale muzikanten met elkaar in contact kwamen. Lollo Meier ( Nederland) solo gitaar en bandleider. Silvia Gebhardt (Duitsland) viool Bram van Es (Nederland) slaggitaar Jef van Gool (België) basEen echte aanrader met diverse eigen nummers van Lollo Meier o.a.: For Susan.
De Cd doet zijn naam eer aan, het swingt de pan uit. 1. There’ll never be another you 2. Dinah 3. Swing String 4. Nuages 5. I’ve got rhythm 6. Out of nowhere 7. China Boy 8. It don’t mean a thing 9. Ain”t misbehaving 10. Satin Doll 11. Caravan 12. Someday my prince will come.
Het repertoire is veelzijdig en verrassend. Van Swing, Blues, Latin en ballads tot walsmusettes. Titels: Cherokee, Mãnha de Carnaval, Freddy the Freeloader, Minor Swing, Kraaienberg wals, Nuages, I’ll see you in my dreams, Wave, Sweet Georgia Brown, La Montagne de st. Geneviéve, There never will be another you, All of me, Blue Bossa, Yesterdays.
John Desmares
Bestelling telefonisch 0499-371821 of per email: john.desmares@onsmail.nl prijs € 15,00 exclusief € 2,50 verzendkosten.Het was op een mooie zondagmiddag, dat ik naar Berlicum reed. Het is geen grote plaats en ik had de studio meteen gevonden. Mede aan het hoofd van deze organisatie staat Richard Halmans. Ik ken Richard al geruime tijd, samen hebben wij diverse activiteiten ontplooid bij de stichting Sinti Music. Optredens organiseren, Cd’s produceren, etc.
Iedere muzikant die hier binnentreedt zal zich meteen thuis voelen.
Geen overdreven officieel karakter. Een heerlijke relax ruimte met daarbij een goed uitgerust kantoortje.
Een keukentje ontbreekt niet, dit voor de versterking van de inwendige mens.
De technische ruimte was niet erg groot maar wel zeer compleet ingericht met de juiste opnameapparatuur.
Vervolgens kom je in een grote ruime opname studio terecht waar zelfs opgenomen kan worden met zeer grote groepen.
Daarnaast nog een kleine opname ruimte waar ze eventueel een lawaaierige drummer kwijt kunnen.
Daarbij nog een extra ruimte wat wordt benut als magazijn/opslag muziekinstrumenten.
En:……..geen last van buren.
Juli 2010 zijn ze erin getrokken. Richard met zijn kompanen hebben alles zelf gedaan;
betimmeren, isoleren, afwerking van de inrichting, het technische gedeelte, etc. etc.
Nu, één jaar verder zijn er al 3 Cd’s opgenomen onder het Moncq Label.
Zelfs de groten nemen er op; Stocholo en Nous”che Rosenberg,
Tim Kliphuis, Jelle van Tongeren, Paulus Schäfer, etc..
Toevallig waren de, ons welbekende, Baggermannen hun Cd aan het mixen.
Inmiddels is het geen duo meer maar trio. Dus nu compleet met bas.
Mixen is altijd een moeilijke zaak, maar hier, geen onvertogen woord en in complete harmonie.
De Cd heeft 14 nummers. Onvoorstelbaar hoe die “Baggermannetjes” zoals wij ze noemen,
uitgegroeid zijn tot volwaardige muzikanten: en wat een stijl. Over de Cd. hierna meer in deze Quintette.
Richard liet mij nog enkele ontwerpen van Cd hoesjes zien die borg stonden voor een bijzondere eigen huisstijl.
Ongetwijfeld gaan we nog meer horen van Moncq Records.
We sloten de middag af met een pilsje en iedereen keerde tevreden huiswaarts.
www.moncqrecords.com
John Desmares
Thomas Baggerman:.. Solo gitaar
Max Baggerman:…….. Rythm gitaar
Machiel Willemsen:… Bas
Ed Boekee: ……………. Piano
Jelle van Tongeren:…. Viool
Vette, Le Weekend, Djiee Tu Kowa Ziro, Jingles, Everything happens To Me, How High The Moon, Valse a Bomboula, Night And Day, Made For Isaac, Anouman, Made In France, My Blue Heaven, Cadillac Slim, Donna Lee
Dit trio is het zoveelste bewijs van het vele jeugdige muzikale talent dat er in Nederland is! Thomas Baggerman voelde zich als tiener al aangetrokken door Django Reinhardt en zijn beroemde ‘Manouce / Gipsy / Hotclub stijl’. Volgens de gipsytraditie wordt je het liefst door je naaste familie begeleid. Toen Thomas dan ook een slaggitarist nodig had kon hij rekenen op zijn jongere broer Max, die door hem zelf werd opgeleid tot zijn vaste ritmegitarist. Op deze Cd spelen de broers een aantal nummers met Ed Boekee en Jelle van Tongeren.
De Cd begint met ”Vette”. Het is jammer dat de Cd met dit nummer begint. Thomas worstelt zich wat hakkend en stotend door het nummer. De gitaar krijgt de kans niet om te zingen.
Het tweede nummer, van hem zelf, is al vriendelijker maar nog steeds met wat trekjes van het eerste nummer. De pianosolo’s van Ed Boekee, die we onder meer kennen van KRO’s “Notenclub”, brengt de melodie terug. Ook zijn improvisaties hebben een melodielijn, wat ik altijd prettig vind. Maar verder vind ik dat het stuk, wat Thomas zelf geschreven heeft, goed in elkaar zit. De Cd heeft ook de naam van dit stuk gekregen: “Le Weekend”.
Bij het derde nummer, „Djinee Tu Kowa Ziro”, krijgt hij ondersteuning van violist Jelle van Tongeren. Jelle opent ook, daarna een mooie zingende gitaar van Thomas. Hij kan het dus wel. De begeleiding van Max krijgt nu met zijn korte slag, wanneer het eigenlijk toch wel kan, iets te weinig klankkleur.
De improvisaties van nummer vier ”Jingles”, lopen mooi door in een melodie. Ed Boekee laat hier van zich horen. Alles in een mooi tempo, heerlijk om naar te luisteren.
De ballad, „Everything happens to me”, geeft de luisteraar even rust.
Het is een prima song om op de gitaar te brengen
en je hoort dat Thomas er zin in heeft om het gevoelig neer te zetten.
Vervolgens, „How High the Moon”. Je verwacht “het gas gaat er op” maar alles wordt keurig afgewerkt.
Mooie slag van Max, dat mag ook wel eens worden gezegd.
Gaande het nummer komt de bas steeds iets te sterk naar voren,
maar op het einde is alles weer in balans.
Daarna de „Valse a Bamboula”. Musetten spelen is lastig, de kunst is niet alleen het tempo, maar ook ieders aandacht er bij te houden. Thomas en zijn broer spelen het muziekstuk van Fapy wel zó, dat je wel blijft luisteren. Ik zoek op internet nog wat andere versies op, zoals de versie van Angelo Debarre. Maar deze van Thomas en kornuiten mag er zijn. Ik heb het ook als eens live van hem gehoord en hij speelt het nu ook weer fantastisch. Prima techniek en de gitaar blijft zingen. Knap stukje werk met z”n drieën.
„Night and Day”, begint met een 78-toeren intro en gaat daarna over in een prima swing. De volgende tracks, „Made for Isaac”, en „Anouman”, geven de luisteraar weer even de gelegenheid om naar mooie melodieën te luisteren en iedereen van de band krijgt de nu de kans de mooie klank uit zijn instrument te laten horen.
De Cd gaat naar einde met drie snelle tracks. ”Made in France”, wordt zeer goed gespeeld. Prima werkje van de Baggermannetjes met Willemsen. Daarna, „My Blue Heaven”, wat volgens mij te snel wordt gespeeld, jammer. De viool van Jelle van Tongeren komt daardoor wat “krasserig” over. ”Cadillac Slim” is beter geschikt voor dit snelle tempo. Hier gaan gitaar en viool samen beter door het nummer.
De Cd wordt waardig afgesloten met het nummer, „Donna Lee”. Hierin weer het lekkere pianospel van Ed Boekee, die samen met Max en Machiel, een heerlijk bedje maakt om Thomas te laten swingen met zijn gitaarspel.
Bestellingen á 15,00 Euro www.moncqrecords.com
Rob Huijsmans
I love you, Rythmes Gitans, Indifférence, The good life, Notabene, Rumba gitan, Je t”ai donné mon Coeur, Django’s tiger, Rêve bohémien, Just the way you are, Suite en la mineur/Tziganskaya.
John Ligthart – sologitaar, Martien Peerdeman – Ritmegitaar, Boris Nauta – Accordeon, Constantijn van der Heijden – Contrabas.
In een flyer van een viproom in Nederland vond ik de volgende tekst. The Strong and Silent Types hebben na hun start veel los gemaakt in de zigeunerjazz wereld. Door de toevoeging van accordeon binnen de traditionele trio-bezetting hebben ze een eigen oorsprong van geluid ontwikkeld. Hiermee geven ze je een gevoel alsof je een warme zomernacht tegemoet treedt, zittend voor een bistro in Montmartre met in de ene hand een lokale drank Pastis en aan de ander je geliefde waarmee je de zonsondergang boven Parijs aanschouwt.
Behalve in Frankrijk zijn ze op hun Engelse tournees ook graag geziene gasten in Le Quecumbar in Londen,
de bakermat van de zigeunerjazz waar alleen toppers spelen.
De uitstraling en het enthousiaste speelplezier zorgt er voor
dat ze keer op keer terug gevraagd worden op festivals en evenementen in binnen – en buitenland.
Dat geeft al aan wat voor Cd. er in het doosje zit.
Twee strakke akoestische gitaren, een heerlijk accordeon en een rockende contrabas.
Met de swingende muziek van Django Reinhardt als basis,
spelen The Strong and Silent Types een opwindende en soulvolle mix van Gipsy Swing,
Zuid-Amerikaanse Rumba’s & Bossa’s en Franse musettes.
Deze formatie doet mij denken aan de Franse groep “Les Pommes de ma Douche”.
Vijf swingende mannen die de muziek, omschreven als de United Swing of America,
laten herleven in een stijl die gerelateerd is aan Django en Gus Viseur.
Heerlijke muziek, die ook op dit album weer helemaal tot leven komt,
als John Ligthart en Boris Nauta zich ermee bemoeien.
Het voert te ver om alle stukken op de Cd apart te bespreken.
Daarom even enkele opmerkingen van de meeste nummers.
De eerste drie nummers van het album geven van de genoemde stijlen al een duidelijk voorbeeld hoe alles ingevuld gaat worden. Het samenspel van de accordeon en de gitaar in het nummers „Rythmes gitans’ en „Indifférence’, zijn heerlijk om te horen.
Dan ineens een heel andere versie van „The good life”. Die verschillen in speelstijlen geven deze Cd iets extra’s mee. Ook de luisteraar met een beetje minder affiniteit met de Django-stijl blijft luisteren. Constantijn van der Heijden krijgt hier de kans om zijn solo op de contrabas te spelen.
Het nummer ”Notabene” wordt gespeeld in een tempo dat we graag horen. Iedereen kan zijn improvisaties maken op een mooie strakke basis, vooral belangrijk voor de accordeon, zodat deze blijft swingen. Een nummer als „Rumba gitan’ op een accordeon blijft even wennen maar hier verveelt het nooit. Alles blijft goed in balans.
Dan zijn we al bij het zevende nummer. Een uitvoering van een muziekstuk uit een klassieke operette van Franz Lehar, „Je t’ai donné mon coeur’. Dat is toch even wennen met een slaggitaar bij dit nummer, Martien Peerdeman doet het prima hoor, heerlijk ritme. Maar in de melodie herken je het origineel bijna niet meer.
Daarna „Django’s tiger” , we zitten weer op het goede spoor. Ritmegitaar en sologitaar gaan geheel in elkaar op. De virtuoos spelende John Ligthart rijgt alle toontjes mooi aan elkaar. Mooie melodielijnen in de improvisaties en dat vind ik altijd fijn om naar te luisteren. Ook zijn Martien Peerdeman en Constantijn van der Heijden hier weer prima begeleiders, houden het tempo mooi vast zonder te jagen. Boris rust hier even uit.
De negende track „Rêve bohémien” is weer van Jo Privat, net als track twee, een mooi accordeonnummer. Echt iets voor de liefhebber.
Met de vertolking van het nummer „Just the way you are” probeert de band een groter publiek aan te spreken en ik denk dat dit ook de bedoeling was toen het werd opgenomen. Het is een melodie die vrijwel iedereen meteen herkent en de gitaarsolo blijft in je hoofd hangen.
De laatste stuk „Suite en la mineur/Tziganskaya”, is een aardige bewerking van Boris Nauta van deze prelude. Alleen jammer van zo’n mineurstemming aan het einde.
Al met al een mooie Cd waarin men er in geslaagd is, het swingritme van de groep transparant weer te geven,
zeker in de musette, waar die lichtvoetigheid steeds behouden blijft. Bent u nieuwsgierig geworden?
U kunt de Cd bestellen: ………
info@strongandsilenttypes.com www.strongandsilenttypes.com
Rob Huijsmans
Redactie: John Desmares
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten, concerten en sessies? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Vind jij het ook belangrijk dat de gypsy jazz in Nederland bekend gemaakt en gehouden wordt? Steun ons dan in ons doel en word donateur!
Meer informatie
Ophemertsestraat 11
4061 RA Ophemert
Nederland
E: contact@hcdf.nl
T: 06 - 4262 7976
IBAN:NL83 INGB 0005311022
BIC/Swift: INGBNL2A